Bij provocatief coachen handel je met overtuiging: je moet mensen soms pijn doen om meer pijn te voorkomen. Zachte heelmeesters maken namelijk stinkende wonden.
Provocatie leidt tot motivatie voor verandering!
Provocatieve technieken kunnen voor tientallen doeleinden gebruikt worden. Soms zijn mensen bijvoorbeeld verliefd/verknocht geworden aan hun probleem. Ze hebben erin geïnvesteerd en zich ermee geïdentificeerd. Dan is provocatief coachen hier een geschikte tool voor.
HET ONTSTAAN VAN PROVOCATIEF COACHEN
Maar laten we bij het begin beginnen: het ontstaan van provocatieve therapie… Therapeut Frank Farelly, overleden in 2013, volgde de Rogeriaanse school, waarbij je vooral moest luisteren naar de client.
Hij ontdekte dat er manieren zijn waarbij je effectiever de dieper liggende niveaus van de client kunt raken. Hierbij ging Farelly uit van een nieuwe set vooronderstellingen die later de principes van provocatief coachen zouden worden.
Frank Farrelly begon ooit als verbaal spiegelend psychotherapeut. Die stijl botste soms met zijn uitdagende Iers-Amerikaanse achtergrond. Op een dag werkte hij met een patiënt die op het punt stond om de kliniek te verlaten, maar die bang was dat hij het ‘buiten’ niet zou redden. Even kon Frank zich niet inhouden. Hij zei wat hij werkelijk dacht. Wat hij eigenlijk had moeten zeggen was: “Mhmm, ik begrijp dat je huiverig bent voor wat er straks buiten gaat gebeuren”. Maar in plaats daarvan flapte hij er uit: “Nou, ik weet wel zeker dat jij het buiten niet gaat redden!” De patiënt keek hem verbouwereerd aan: “Maar Frank, dat mag jij helemaal niet zeggen!”
Farrelly, die zijn eigen uiting in eerste instantie ook als een misstap had gezien, ontdekte daarna dat de patiënt ging bewijzen dat hij de buitenwereld wel degelijk aankon. Die ene opmerking had meer effect gehad dan jaren van Rogeriaanse psychotherapie. En zo werd de provocatieve therapie geboren.
Provocatief coachen
DE 6 VOORONDERSTELLINGEN (PRINCIPES) VAN PROVOCATIEF COACHEN
Peter Dalmeijer heeft zes principes van provocatief coachen geformuleerd:
- De kwetsbaarheid van cliënten wordt zo vaak overdreven. Ze kunnen best wel wat hebben!
- Het kan erg effectief zijn om ‘liefdevolle/therapeutische wreedheid’, ‘blijmoedig sadisme’, ‘hardhandige liefde’ en ‘genezende humor’ te gebruiken. Om steeds maar serieus met de klant mee te gaan, noemt Farrelly ‘misplaatste vriendelijkheid.’
- Mensen hebben een uitdaging nodig om vervolgens, als antwoord daarop, te veranderen en te groeien.
- Als je ervoor kiest, kun je veranderen.
- Hoe erg of lang de situatie er al is, cliënten hebben veel grotere mogelijkheden om iets te veranderen dan therapeuten aannemen.
- Hoe de cliënt zich ten opzichte van de therapeut gedraagt, is een vrij nauwkeurige afspiegeling van hoe hij zich in andere relaties gedraagt.
WAAROM WERKT PROVOCATIEVE THERAPIE?
95% van de cliënten kwam na de eerste maal bij Farrelly terug. Hun redenen waren:
- Hij heeft door wat ik mezelf allemaal aandoe.
- Hier gebeurt er tenminste iets. Hij is niet bang om de kern aan te pakken.
- Hij heeft mij door en we kunnen er ook nog om lachen!
- Wat hij zegt is niet zo leuk, maar er is erg goed contact. Hij zegt tenminste wat hij vindt.
Tot slot maakt provocatieve gespreksvoering gebruik van het principe van omgekeerde psychologie. Doordat de cliënt verliefd is geworden op zijn probleem, werkt het zo goed om het probleem minder ‘spannend’ te maken.
Bij provocatief coachen worden er dingen gezegd die niemand anders zegt. We hebben een basishouding van acceptatie en waardering, maar binnen dit kader dagen we je uit.
- Draagt absurde oplossingen aan
- Geeft belachelijke oorzaken
- Maakt gebruik van stereotypen
- Is dramatisch en speelt toneel
- Is een lachspiegel
- Zegt wij hij denkt
- Praat veel
- Is partijdig
- Is warm
- Lacht graag en veel
- Overdrijft
VOORBEELD
Ilse is een stil en wat teruggetrokken meisje. Complimenten wijst zij steevast af. Wanneer lerares techniek Joke haar complimenteert omdat zij ziet dat Ilse bij het maken van een werkstuk flinke vorderingen maakt, zucht Ilse dat het toch niks is, dat het helemaal niet lukt, en dat die anderen toch veel beter zijn. Aanvankelijk probeert Joke Ilse ervan te overtuigen dat er wel degelijk vooruitgang waar te nemen is en dat zij helemaal niet minder is dan de anderen. Tevergeefs. Wanneer Ilse haar eigen werk onverbiddelijk blijft afkeuren, gooit Joke het over een andere boeg: „Goh, Ilse, dat lijkt me ook vervelend. Dat anderen van die prachtige dingen maken en dat jij in jouw ogen alleen waardeloze rommel aflevert. Gewoon werk dat eigenlijk beter in de prullenbak gegooid kan worden dan dat het in de vitrine bij al dat andere werk staat. Rotzooi, troep van de ergste soort. Volgens mij moet je er gewoon de brand erin steken. Een lekkere grote fik met daarvoor het bord, “Dit is Ilse’s troep‟ Te meer omdat Joke het laatste uitspreekt met een glimlach van oor tot oor, raakt Ilse in verwarring. Zij richt haar hoofd op, wordt een beetje rood, kijkt Joke aan en zegt: “Nou zo erg is het ook weer niet‟. “Oh nee‟, zegt Joke, leg dat eens uit dan‟. En binnen de kortste keren overtuigt Ilse haar (en vooral zichzelf) van de kwaliteit van haar werk.